Hazelaar

Hazelaar

Standplaats: in het plantsoen en op de boerderij – Nummer 4 op de plattegrond

Geschiedenis:
Nadat pioniers bomen, zoals de berk, hun werk hebben gedaan ontstaan loofbossen, dit heet successie. Onder deze grote bomen, die veel licht wegnemen op de bosbodem, vind je de hazelaar. De hazelaar is familie van de berk, een oude familie waarvan fossiele vruchten  zijn gevonden uit de periode van 100 tot 65 miljoen jaar geleden.
In Nederland was de hazelaar een struik die al voorkwam in het pleistoceen, tussen de ijstijden door. Wij weten dit omdat de hazelnoot erg hard is en daarom als fossiel regelmatig terug gevonden wordt in oude bodemlagen.

Het is de eerste plantensoort uit onze wilde flora die in het jaar begint te bloeien. Soms zelfs al voor de jaarwisseling. Hazelaars bloeien in Januari, je kunt dan de mannelijke katjes (bloemen) in slierten in de boom zien hangen. De vrouwelijke katjes zitten op de tak en vangen het stuifmeel via de wind. De boom verspreidt zijn vruchten doordat deze in de herfst door allerlei dieren verzameld worden die een wintervoorraad aanleggen, zoals eekhoorns, vlaamse gaaien, muizen, spechten en boomklevers.

Voor de mens:
Naast de noten zijn ook de jonge blaadjes en de vruchten eetbaar. Bij wijkboerderij Wachterlied hebben wij bakken staan met hazelnoten en bolsters van het plantsoen. Als je gebak maakt kan je de eieren vervangen met hazelnoten. Deze maken het gebak losser van structuur.

De takken zijn enorm buigzaam en kan je daarom goed gebruiken voor dik vlechtwerk om bijvoorbeeld omheiningen mee te vlechten. Met de jonge scheuten kun je pijlen maken en met de rechte takken hengels, hoepels, bezemstelen. Tovenaars zouden hun toverstokken hebben gemaakt van hazelaar. Dit is een belangrijke bijkomstigheid want je moet bijna kunnen toveren om de noten open te krijgen.